20110530

Toscane als tussenstation tussen huis en Sicilië

Dag 1 t/m 4          14 t/m 17 mei 2011

Tussenstation Toscane

Na twee dagen flink doorrijden zitten we 1350 kilometer van huis op camping Agriturismo Laga le Tamerici, (ASCI Card camping) tussen Pisa en Livorno. De route voerde ons via Antwerpen, Brussenl, Namen, Luxemburg, Metz, Strassbourg naar de overkant van de Rijn.
In Duitsland vonden we onze eerste camping ruim 700 kilometer van huis in Lörrach (Drei Länder camping). 

De volgende dag hebben we Basel rechts laten liggen en kwamen Zwitserland binnen via Rheinfelden. Verder via Luzern, Gotthard, Milaan en dan richting Bologna. Bij Parma ri La Spezia en ri Pisa, Livorno. De camping was wat lastig te vinden en de weg erheen vanaf de ss1 ronduit slecht. Het schijnt dat de aan de weg liggende boeren het er niet over eens kunnen worden wie wat zou moeten betalen aan verbetering van de weg!
De camping is een prima uitvalsbasis voor bezoekjes aan Lucca en Pisa.



Lucca

Lucca  is een mooie, sfeervolle, geheel ommuurde stad. Het is er – in ieder geval in deze tijd van het jaar – niet overdreven druk met toeristen. We lopen er rond en laten de sfeer over ons heen komen.

Terug in Livorna besteden we de rest van de middag om de juiste haven met bootterminal te vinden voor de boot naar Palermo, de volgende dag. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig, want in tegen stelling tot wat we gewend zijn van boten naar Engeland,nemen de Italianen niet de moeite om de ferries duidelijk aan te geven. Na verschillende keren vragen, hebben we het gevonden: richting Varco Galvani. Na op de Tom-Tom als bestemming Palermo te hebben ingetikt (kortste route met veerboot) kwamen we zonder mankeren op het juiste haventerrein aan de Via Luigi Galvani.



Pisa

De volgende dag hebben we plezier van dit voorwerk. We hoeven pas rond 8 uur ’s avonds bij de boot te zijn en hebben dus de hele dag de tijd om naar Pisa te gaan. Hier is het veel drukker dan in Lucca.
We parkeren in het zuiden van de stad en lopen door een gezellige winkelstraat naar de burg over de Arno. We pikken nog de markt mee, nog een winkelstraat en staan dan weer op het plein met de bekende scheve toren, de dom en de doopkapel. Alles schittert blinkend wit in de zon. Hier aan toeristen geen gebrek, die zich met velen tegelijk amuseren om de bekende foto te nemen, waarbij zij de toren voor verder vallen behoeden.

Boot naar Palermo

Na een vroege avondmaaltijd rijden we in drie kwartier van de camping naar het nu voor ons bekende haventerrein voor de boot naar Palermo. Na het nodige wachten, zijn we rond half tien aan boord, samen met nog twee caravans, zeven campers en pakweg twintig personenauto’s. Plaats zat dus, al gaan er natuurlijk ook vrachtauto’s naar de overkant. Om 11.00 uur varen we!

20110529

Een dag op zee

 18 mei.    Dag 5

Cruisebeschrijvingen hebben het altijd over ‘een heerlijke dag op zee’. Wij vinden het vooral saai. Op de boot Zeus Palace is weinig aan te merken. We hebben een keurige 4-persoonshut met twee opgeklapte bovenbedden, dus eigenlijk gewoon een 2-persoonshut. Er is een restaurant en een salon. Gelukkig is het mooi weer, zodat we vele uren buiten kunnen zitten.




We lezen wat, eten wat, drinken wat en zo wordt het eindelijk 18.00 uur en meert de boot af in de haven van Palermo. Rond kwart voor zeven rijden we de kade op en dwars door het hectische verkeer met langs schietende auto’s links en rechts en daar nog weer tussen door rijdende scooters.

Het lukt Job alles mis te rijden en een uurtje later staan we met de meeste campers en caravans van de boot bij camping La Playa in Isola delle Femmine, 15 kilometer ten weten van Palermo (ASCI Camping card).

20110528

Palermo, Monreale en Cefalu

19 en 20 mei         Dag 6 en 7

Vanaf de camping in Isola maken we verschillende tochtjes.

Palermo

We gaan een dag naar Palermo; op aanraden van de vriendelijke campingeigenaresse niet per auto maar met het openbaar vervoer. De bus brengt ons vanaf de camping tot bij het stadion in Palermo, een tweede bus (lijn 101) brengt ons midden in de stad. Het is een belevenis op zich. De bus wringt zich door vaak nauwe straten, waar de auto’s niet alleen links en rechts geparkeerd staan, maar ook nu en dan dubbel. Zo mogelijk persen zich nog auto’s tussen de bus en de geparkeerde auto’s door. Voor scooters is dat sowieso geen probleem: die schieten links en rechts inhalend overal tussen door. We zijn blij dat we de tocht per bus maken, nog afgezien van het parkeerprobleem.

Palermo doet soms wat aan Parijs denken met zijn drukke, brede boulevards en huizen met balkonnetjes. Achter die boulevards met mooie winkels ligt een wirwar van kleine, smalle straatjes. De stad wemelt van de kerken en gebouwen in verschillende bouwstijlen.



Wij amuseren ons zeer op enkele lokale markten. Uitbundige kramen vol kleurrijke vruchten en groenten, vis, kaas, kruiden. Heel leuk is ook de volksmarkt met allerlei kleding met als hoogtepunt de kleine kostuums voor kleine jongetjes. Voor ons oog verschijnen ogenblikkelijk de films met de maffia bruiloften en doopfeesten. Die pakken (maar dan in goedkope uitvoering) vind je hier in alle soorten en maten op de markt!

Een dag later zien we ze ook echt gedragen bij een trouwerij in de kerk van Monreale! Behalve de markten, bekijken we de enorme kathedraal en natuurlijk de Capella Palatina. Dit laatste Godshuis is een onderdeel van een enorm fortcomplex, waarin behalve het Siciliaanse parlement, ook militair gezag zetelt. De kapel is van binnen prachtig versierd met kleurrijk en goudkleurig mozaïek; een prachtig gezicht.
Als vreemd en luguber aardigheidje bezoeken we in Palermo ook nog het Capucijner Convent. De kelders van dit klooster herbergen duizenden gemummificeerde doden: monniken, mannen, vrouwen, kinderen, priesters. Een fascinerend en griezelig gezicht.

Monreale en Cefalu

De volgende dag gaan we per auto naar Monreale en beleven we zelf aan den lijve het chaotische verkeer. Het vergt vooral veel opletten. Hoe druk het ook is en hoe kris kras iedereen ook rijdt, niet echt gehinderd door verkeersregels, toch is de rijstijl van de Sicilianen niet agressief. Chaotisch, dat wel.



De kathedraal van Monreale is de tocht meer dan waard. Een kerk, waarin alle wanden, iedere pilaar en nis, tot het dak aan toe, is versierd met mozaïeken. De kerkgangers hoeven en hoefden zich hier bij de Latijnse mis niet te vervelen: als in een stripboek zijn er allerlei Bijbelse voorstellingen uit het oude en nieuwe testament uitgebeeld. We zien Adam en Eva, de Ark van Noach, het laatste Avondmaal, de verdeling van vissen en broden en nog veel meer.

 Na al dit moois valt de dom van Cefalu een beetje tegen. Deze kerk is veel minder rijk versiierd; wel is er ook hier een prachtige Jesusfiguur boven het altaar, ook weer in mozaïek.
De in rose steen opgetrokken dom steekt ook prachtig af tegen de blauwe lucht. Cefalu is ook verder een schilderachtig stadje, waar we met plezier over de oude keienstraatjes slenteren, heerlijk aan de zeekant zitten en op de terugweg nog even de oude wasplaats bekijken. Je kunt je voorstellen hoe vrouwen hier vroeger de was deden, boenend op de stenen. De weg langs zee brengt ons weer terug naar Palermo en Isola. .

20110527

Erice en tempel van Segesta

21 mei   Dag 8

We staan nog steeds op camping La Playa in Isola.

Erice

Het weer varieert vandaag tussen bewolkt en druilerig met zo nu en dan een bui. We laten ons niet uit het veld slaan en rijden westwaarts, naar Erice, vlakbij Trapani.
Erice is een hooggelegen, ommuurd, Middeleeuws stadje. Met zonnig weer moet het zeker een feest zijn door de smalle, met keitjes belegde straatjes te lopen.

Het stadje wemelt van de kerken en andere historische gebouwen, in de straatjes afgewisseld met restaurantjes en kleurige winkeltjes met onder meer aardewerk.
In de druilregen is het helaas toch wat grauw. We troosten ons met koffie en de plaatselijke lekkernijen: amandelkoekjes in tal van variëteiten.






Tempel van Segesta

Door het glooiende binnenland met wijngaarden en uitbundig bloeiende bermen rijden we naar de tempel van Segesta. Zo’n anderhalve kilometer hoger ligt ook nog een klein theater. De ooit door de Grieken gebouwde tempel ligt prachtig tussen de heuvels en is meer in tact dan de tempels die we vorig jaar in Griekenland hebben gezien. Ook vanuit het theater heb je een prachtig gezicht op de heuvels in de omgeving.

Over de autoroute zijn we in een uurtje weer terug op de camping.

20110526

Naar Selinunte en Agrigento en Marsala.


23 t/m 26 mei       Dag 9 t/m 12 

Na regen komt zonneschijn. En andersom

Het weer wil maar niet kloppen met de verwachtingen die we van Sicilië hadden: strakblauwe luchten, groene berghellingen, bloemenpracht en turqoise zee. In plaats daarvan kleuren bedekte wolkenluchten alles met een grauwsluier.

Eigenlijk wilden we zondag vanuit de camping La Playa nog een tochtje maken richting Castellemare, Scopello en San Vito le Copo. Het regent echter en een wandeltocht door een natuurgebied lokt niet. We besluiten de regendag te gebruiken om ons met caravan en al te verplaatsen en vertrekken rond 11.00 uur naar de zuidkust.

Twee uur later rijden we ASCI-camping Kamemi Camping Village in Ribera/Secca Grande op. Een merkwaardig Italiaans kamp met vele oude caravans onder schaduwafdakjes en een stenen veld voor passanten, zoals wij. De trots van de camping, het zwembad, wordt nog gereed gemaakt voor het seizoen. Dapper maken we ’s middags een tochtje naar Sciacca en naar het bergdorp Caltabelotta. Ze missen beide de gezochte Italiaanse charme op deze grauwe, regenachtige zondagmiddag, waarop niemand zich op straat waagt.

We hebben deze wat matig uitvallende camping gekozen, omdat deze op rijafstand ligt van zowel de opgravingen van Selinunte als het tempeldal van Agrigento, beide hoogtepunten van Sicilië, volgens de gidsen. Achteraf bezien hadden we misschien beter voor twee campings kunnen kiezen: een bij Selinunte en een bij Agrigento. Vanuit Selinunte hadden we dan ook gemakkelijk Marsala kunnen bezoeken. Nu doen we dit alsnog op dag 12 vanuit deze camping bij Secca Grande.


Selinunte 

We treffen het op onze tocht naar Selinunte: de hemel is blauw, met wille wolken. In ieder geval is het zonnig genoeg om de tempel van Selinunte stralend op de heuvel te zien staan. We lopen er rond en wandelen naar de Acropolis, waar een andere tempel staat. Het hele terrein is enorm groot en heeft zo’n 2500 jaar geleden diverse tempels, huizen en straten omvat.

We rijden ook nog naar het 15 km verder gelegen Cava di Cusa. Tussen de huidige olijfgaarden ligt daar de oude steengroeve, waar de Grieken de enorme stenen en onderdelen van de pilaren voor de tempels uithakten. E liggen stukken voor pilaren die kennelijk al klaar zijn voor transport, evenals delen, die nog verder moesten worden bewerkt. De vroegere bouwplaaats ligt nu in een stukje wilde natuur. Er bloeien klaprozen, malva’s, windes, astrantia’s, korenbloemen en nog veel meer. We zouden heel tevreden zijn als onze tuin en zo uitzag!


De volgende dag, de vierde achtereenvolgende dag van bewolkte luchten en buien, stellen we vast dat de stadjes, het landschap, de bezienswaardigheden en de camping er onder het wolkendek saai, grijs, versleten, of dreigend uitzien. Hoe anders wordt dat als de zon doorbreekt. Vergane glorie is ineens schilderachtig en plaatsjes worden levendig en kleurrijk! We beleven vandaag beide invalshoeken.


Agrigento

We rijden naar Agrigento, naar de vallei der tempels; gezien de grijze lucht gaan de vesten en regenjacks mee. Op het parkeerterrein bij de tempels verlustigen wij ons in ieder geval aan een flink aantal antieke Fiats, die meedoen aan een Topolino-rally. De eerste bui ondergaan we achter een cappuccino.
Daarna zwerven we over het uitgestrekte terrein met ruines van verschillende tempels. Vooral de Concordia-tempel is nog goed in tact, maar ook van de Heratempel en de Heraclestempel staan nog vele zuilen overeind. Jammer is dat de tempel van Castor en Pollux in de steigers staat.


Bij de verschillende tempels staan enorme – op klassieke beelden geïnspireerde - beeldhouwwerken van de Pools/Franse beeldhouwer Mitoraj. De prachtige beelden passen wonderlijk goed in het decor van de antieke oudheid. We brengen er geruime tijd door en kunnen uiteindelijk jack en vest zelfs opbergen!

We sluiten de middag af in de stad Agrigento zelf en lopen daar langs de hoofdstraat Via Antena. De lucht is inmiddels blauw met sluierwolken en dat doet het uitzicht in de stad – en ons humeur – goed.


Marsala

De vierde dag op de camping in Secca Grande (woensdag 25 mei) begint de dag zowaar weer met een blauwe lucht. We besluiten alsnog naar Marsala te rijden. Het is een tocht van een kleine 100 kilometer, waar we anderhalf uur over doen. We gaan eerst naar de zoutpannen Mulina Salina Inferna aan de Contrada Ettore Inferna, zo’n 7 kilometer ten noorden van Marsala, richting Trapani.


 Het is er zonnig en winderig en de windmolens, waarin vroeger het zout werd gemalen, steken scherp af tegen de blauwe lucht. Zo willen we het zien!
 Het eilandje Mozia, hoewel aangeprezen in onze gids, laten we zitten. De entree van 9 euro voor het eilandje plus nog eens 5 euro voor het boottochtje er naar toe, vinden we best veel.


In plaats daarvan rijden we langs zee naar Marsala. In het Archeologisch Museum aldaar bekijken we een 2300 jaar oud opgevist wrak van een galeischip. Onvoorstelbaar wat men toen al kon bouwen! Marsla zelf heeft een aardig historisch centrum met een dom, een gemeentehuis met loggia’s en diverse palazzo’s.


Het wijnhuis Florian, uitvinder van de Marsalawijn, kunnen we helaas niet vinden. We behelpen ons met een in een plaatselijke supermarkt gekochte fles Marsala.

Op de terugweg krijgen we alsnog onze dagelijkse bui. En wat voor één. Bij Mazaro blijkt de weg de regenval niet of nauwelijks aan te kunnen. In file rijden we tot de wielassen door het water; het lijkt een riviertje, maar het is de weg! Tot onze opluchting geeft de motor geen krimp en rijden we na een paar honderd meter weer min of meer op het droge. Terug op de camping proberen we de Marsala, die naar onze smaak als twee druppels drank op sherry lijkt. We voelen ons twintig jaar terug in de tijd.

20110525

Villa del Casale en Caltagirone

26 en 27 mei  Dag 13 en 14 

Na het ontbijt verkassen we naar camping Due Roches in Falconara, een tocht van zo’n 100 kilometer over de SS 115. Dit is duidelijk tuinbouwgebied. Overal zien we plastic huiven met luchtgaten over de gewassen staan. Ook de wijnranken zijn afgedekt met een soort schaduwdoek. Hier op Sicilie moeten de boeren hun gewassen beschermen tegen te veel zon! Ook onze rit verloopt in de zon en we denken de middag door te brengen op het strand en een was te doen. Een flinke misrekening: die was doen lukt nog wel maar daarna trekt de lucht dreigend dicht. We eindigen met onze natte was aan rekjes en lijntjes in het interieur van de caravan, terwijl er een complete wolkbreuk los barst.
We doen boodschappen in Gela, zo’n 20 kilometer verder, want in de omgeving van de camping is niets. Er wonen wel wat mensen, her en der zelfs prachtig met uitzicht op zee, maar infrastructuur van winkels en restaurantjes is er niet. Wat er is, ziet er (waarschijnlijk door gebrek aan klandizie) oud en verwaarloosd uit. De camping is net als de vorige een typisch Italiaanse toestand. De vele vaste gasten hebben aan hun oude caravans allerlei tentjes en kotjes gebouwd en het geheel overhuifd met schaduwdoeken of enorme tenten, een rommeltje dus. Als passanten sta je op een half verhard stukje, met niet veel schaduw. Maar die hebben we ook niet nodig. De vriendelijke, jonge eigenaar staat ons enthousiast in zijn beste Engels te woord. De camping heeft een eigen strand, dat er op de foto’s in de zomer ook heel gezellig uit ziet, maar nu nog wel een schoonmaak- en opknapbeurt kan gebruiken.

Villa del Casale

We kozen deze camping, omdat we naar de Villa del Casale bij Piazza Armerina willen.




Dit is een Romeinse villa, die van een belangrijk heer is geweest. Het enorm uitgebreide bouwsel telt verschillende verdiepingen, die met de berg mee lopen. Wereldberoemd (inmiddels UNESCO-erfgoed) zijn de vele mozaiek-vloeren. En dan echt vele: de villa telde 60 vertrekken en die hebben allemaal ingelegde vloeren; sommige met geometrische patronen maar andere met fantastisch uitgewerkte voorstellingen van schepen, jachttaferelen en vele wilde dieren. We zagen onder meer olifanten, leeuwen en tijgers uitgebeeld. Hoogtepunt zijn de sportende meisjes in bikini.

De villa wordt gerestaureerd, waardoor een deel is afgesloten voor het publiek. Vanwege de bouwwerkzaamheden moet je in een gedeelte ook een helm op. Als de helmen op zijn, wordt de toegang afgesloten en moet je wachten tot een volgende helmenronde. Al met al zeer de moeite waard. Het is in deze periode duidelijk schoolreisjesseizoen: net als in Agrigento zien we ook hier busladingen vol scholieren van allerlei leeftijden. De groepen zijn vaak herkenbaar aan hun gekleurde petjes.

Caltagirone

Na de Villa rijden we naar Caltagirone, het centrum van de keramiekkunst op Sicilie. In de straten zitten talloze keramiekwinkels, soms met de ter plekke gemaakte producten. We zien veel schalen, borden en potten, maar ook figuren voor kerststallen.



We laten alle verlokkingen aan ons voorbij gaan. Wel beklimmen we de enorme trap, midden in het stadje, waarvan alle treden zijn bekleed met verschillende tegeltjes. Een mooi gezicht, zeker omdat de trap nu ook nog is aangekleed met potten met buxus en potten met geraniums.

Vanuit Calagirone rijden we weer terug naar de camping, dwars door het groene binnenland. Het is er heuvelachtig, glooiend en vriendelijk en voor een groot deel in cultuur gebracht. .
We besluiten de dag met een restaurantbezoek, niet ver van de camping; het is één van de weinige open restaurants, die we hier in de omgeving zien.